Op diverse plaatsen wezen proefsleuven uit dat er verder gegraven moest worden. Dat heeft geleid tot een grote opgraving op het gebied voor Luchen fase II (zie Luchen Archol Rapport 133) en twee kleinere opgravingen op deelgebieden van Luchen fase III.
De belangrijkste vondst op het gebied van Luchen fase II bestond uit plattegronden van gebouwen uit de overgangsperiode van bronstijd naar ijzertijd. Daar hebben een paar boerderijen met bijgebouwen gestaan en kuilen met diverse functies gelegen. Het gevonden materiaal komt uit de periodes midden steentijd, nieuwe steentijd, bronstijd, ijzertijd, Romeinse tijd, middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd.
Uit de midden steentijd werd zwerfmateriaal in de paalkuilen aangetroffen. Uit de nieuwe steentijd zijn fragmenten van een aardewerken beker gevonden.
Naarmate het warmer werd in deze streken, bleven mensen langer op dezelfde plaats wonen. Ze leerden brons en later ijzer bewerken. Ze gingen vee houden en gewassen verbouwen. Ze werden jager verzamelaar en boer. Er zijn op Luchen krassen in de bodem gevonden van een eergetouw, een primitieve versie van een ploeg. Ook zijn kuilen gevonden waarin mensen producten bewaarden zoals gerst, gierst en emmertarwe. Veel scherven van aardewerk, maar ook maalstenen, een klopsteen en vuursteenafslag behoren tot de vondsten.
Dat er op Luchen lang bewoning bleef bestaan, blijkt uit een stukje van een armband uit de La Tène periode (de late ijzertijd) en uit aardewerk stammend uit de Romeinse tijd. Verder zijn er houtskoolmeilers gevonden. Dat waren kuilen waarin houtskool werd gemaakt dat nodig was voor ijzerproductie. Ook van die productie zijn resten gevonden, namelijk ijzerhoudende slakken.
Uit twee haardkuilen die gevonden werden, blijkt dat er ook bewoning in de late middeleeuwen (1050-1500) was. Ook aardewerk, fragmenten van een weefgewicht en een spinklosje werden aangetroffen.
Een kleine opgraving op een deelgebied van Luchen Fase III legde een plattegrond van een boerderij uit de ijzertijd bloot. Elders werd een plattegrond van een boerderij uit een veel latere periode blootgelegd. Die was omgeven door wel 10 putten.
Ook in andere wijken van Mierlo en Mierlo-Hout zoals Neerakkers, De Loo en Brandevoort zijn sporen en voorwerpen aangetroffen van bewoning in de steentijd, de bronstijd, de ijzertijd, de Romeinse tijd, de middeleeuwen en de nieuwe tijd.