Wonen in Luchen is niks nieuws

1800 voor Christus

De bewoners van nieuwbouwwijk Luchen zijn niet de eerste bewoners van dit gebied. Want daar waar nu al die nieuwe huizen staan, woonden al mensen in de late bronstijd en vroege ijzertijd, dus tussen 1050 v Chr. en 500 v Chr.

Toen de plannen voor de huidige wijk op een aantal akkers in Luchen concreet werden, vond er eerst archeologisch onderzoek plaats.

Op diverse plaatsen wezen proefsleuven uit dat er verder gegraven moest worden. Dat heeft geleid tot een grote opgraving op het gebied voor Luchen fase II (zie Luchen Archol Rapport 133) en twee kleinere opgravingen op deelgebieden van Luchen fase III.

Geen meetlint, potlood en papier op een tafeltje meer maar direct gps-gestuurd in de computer vastgelegd.

De belangrijkste vondst op het gebied van Luchen fase II bestond uit plattegronden van gebouwen uit de overgangsperiode van bronstijd naar ijzertijd. Daar hebben een paar boerderijen met bijgebouwen gestaan en kuilen met diverse functies gelegen. Het gevonden materiaal komt uit de periodes midden steentijd, nieuwe steentijd, bronstijd, ijzertijd, Romeinse tijd, middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd.

Uit de midden steentijd werd zwerfmateriaal in de paalkuilen aangetroffen. Uit de nieuwe steentijd zijn fragmenten van een aardewerken beker gevonden.

Een van de twee karrenwielen zoals het op de bodem van de put werd aangetroffen.

Naarmate het warmer werd in deze streken, bleven mensen langer op dezelfde plaats wonen. Ze leerden brons en later ijzer bewerken. Ze gingen vee houden en gewassen verbouwen. Ze werden jager verzamelaar en boer. Er zijn op Luchen krassen in de bodem gevonden van een eergetouw, een primitieve versie van een ploeg. Ook zijn kuilen gevonden waarin mensen producten bewaarden zoals gerst, gierst en emmertarwe. Veel scherven van aardewerk, maar ook maalstenen, een klopsteen en vuursteenafslag behoren tot de vondsten.

Dat er op Luchen lang bewoning bleef bestaan, blijkt uit een stukje van een armband uit de La Tène periode (de late ijzertijd) en uit aardewerk stammend uit de Romeinse tijd. Verder zijn er houtskoolmeilers gevonden. Dat waren kuilen waarin houtskool werd gemaakt dat nodig was voor ijzerproductie. Ook van die productie zijn resten gevonden, namelijk ijzerhoudende slakken.

Een stukje van een paarse glazen armband uit de La Tène periode dat werd aangetroffen in Luchen.

Uit twee haardkuilen die gevonden werden, blijkt dat er ook bewoning in de late middeleeuwen (1050-1500) was. Ook aardewerk, fragmenten van een weefgewicht en een spinklosje werden aangetroffen.

Een kleine opgraving op een deelgebied van Luchen Fase III legde een plattegrond van een boerderij uit de ijzertijd bloot. Elders werd een plattegrond van een boerderij uit een veel latere periode blootgelegd. Die was omgeven door wel 10 putten.

Enkele keramische vondsten bij het nummer van het spoor waarin ze zijn gevonden.

Ook in andere wijken van Mierlo en Mierlo-Hout zoals Neerakkers, De Loo en Brandevoort zijn sporen en voorwerpen aangetroffen van bewoning in de steentijd, de bronstijd, de ijzertijd, de Romeinse tijd, de middeleeuwen en de nieuwe tijd.

Verder lezen / bronnen

Archol Rapport  133
Drs. Ing. R. de Leeuwe
Leiden 2010