Volgens een gedenksteentje in de kerk was de bouw in 1492 klaar. De patroonheilige van de parochie was aanvankelijk de Heilige Maria. Vanaf het midden van de 15e eeuw werd de parochie echter Heillige Lucia genoemd, naar Lucia van Syracuse. Zij leefde in de 3e eeuw na Christus en ze stierf de marteldood omdat ze christen was.
Zij rukte zelf haar ogen uit, kwam op een brandstapel terecht en uiteindelijk werd haar hals met een dolk doorstoken. In de vele afbeeldingen die we van haar kennen wordt ze afgebeeld met in haar hand een kelk waarop twee ogen liggen, met een dolk in haar hals en een lelie in haar hand, het symbool van martelaarschap.
Zo zien we haar ook terug in de Mierlose parochiekerk.
De naam Lucia komt van ‘Lux’, hetgeen ‘licht’ of ‘lichtdraagster’ betekent. Daarom wordt ze ook wel afgebeeld met een lamp in de hand, zoals op het gemeentewapen van de voormalige gemeente Mierlo. Door haar leven werd de H. Lucia gezien als de beschermheilige tegen oogkwalen en blindheid. Zij werd vaak aangeroepen tegen bloedziekten en dysenterie of rode loop. Deze laatste ziekte heeft meerdere malen in Mierlo geheerst. De vele uitbraken van deze ziekte – onder andere de grote uitbraak in 1779 – kunnen er de aanleiding voor geweest zijn om de H. Lucia als patroonheilige aan te nemen. Lucia is de patrones van de blinden, opticiens, oogartsen en elektriciens.
In de loop der eeuwen raakte het kerkgebouw in slechte staat en werd het te klein om alle kerkgangers een plaats te bieden. Het kerkbestuur vroeg het gemeentebestuur om financiële hulp, maar Mierlo was toen een armlastige gemeente. Het gemeentebestuur was namelijk in conflict met de Heer van Mierlo over het eigendomsrecht van honderden hectaren grond. In 1856 kwam het verlossende woord. Het gemeentebestuur won de procedure en daarmee werd het mogelijk om een subsidie van ƒ12.000,- te verlenen voor de bouw van de kerk. De jonge Tilburgse architect Hendrik van Tulder maakte het ontwerp; het zou een kerk in neogotische stijl worden. De pastorie bij de kerk werd pas later ontworpen door architect J. van Groenendael.
Aannemer M. Verhoekx uit Heusden bouwde de kerk. De nieuwe toren werd rondom de oude toren uit 1492 gebouwd. Binnen in de kerk zijn de oude in romaanse stijl opgetrokken binnenmuren nog te bewonderen.
In 1858 werd de nieuwe Heilige Luciakerk in gebruik genomen. Door geldgebrek duurde het echter nog tientallen jaren voordat de kerk helemaal klaar was. Zo waren bijvoorbeeld het stucwerk en het schilderwerk op de lange baan geschoven. De niet onbemiddelde pastoor Van Eert zorgde dat het gebouw voorzien werd van nieuwe glas-in-lood-ramen, gemaakt door Jos Menke uit Gogh (ramen op het priesterkoor) en door F. Nicolas uit Roermond. De muren werden gepolychromeerd (in kleuren geschilderd) door P.H. Bockholts. Helaas verdwenen deze muurschilderingen en ook beelden in de jaren 60 van de vorige eeuw uit de kerk. De laatste grote restauratie vond plaats in de periode 1982-1985.
In de volgende twee video’s kun je kennismaken met de Heilige Luciakerk.
De Sint Luciakerk op ’t Hout
In de loop der jaren groeide ’t Hout. Bovendien werd het oorspronkelijke gehucht afgescheiden van het dorp door de aanleg van het Eindhovensch Kanaal in 1845 en de spoorlijn Eindhoven-Venlo in 1866. De roep om een eigen school was in 1873 al ingewilligd en in 1880 vond wethouder Antoon van Gennip het ook tijd om een eigen parochiekerk te stichten. Na een paar bezoeken van enkele Houtenaren aan ’s-Hertogenbosch gaf bisschop Mgr. Godschalk in 1883 toestemming een nieuwe parochie te stichten. Hij benoemde Nicolaas Franciscus Elsen, kapelaan in de Lambertusparochie in Helmond, tot bouwpastoor van de nieuw op te richten parochie.
De 85-jarige pastoor Vissers van Mierlo-Dorp had geen bezwaar gemaakt tegen de afsplitsing. Hij was ernstig ziek en had al een plaatsvervanger. Pastoor Vissers overleed twee weken nadat de bisschop groen licht had gegeven.
Bouwpastoors stonden altijd voor de zware taak voldoende financiële middelen bij elkaar te krijgen om de bouw van een kerk met pastorie mogelijk te maken. Vaak kwamen zij dan ook uit kapitaalkrachtige families, die voor de nodige gelden zorgden. Pastoor Elsen was 12 jaar kapelaan geweest in de Lambertusparochie in Helmond. Hij had daar een goede band opgebouwd met de parochianen, onder wie diverse fabrikanten. Het waren gulle gevers. Maar ook de Houtenaren zelf droegen flink bij, blij dat ze na lang doorzetten een eigen parochie kregen. Mierlo-Hout telde toen overigens nog geen duizend inwoners.
Aanvankelijk liet de pastoor een noodkerk bouwen die meer dan 10 jaar dienst deed. Voor het ontwerp van de uiteindelijke kerk werd de Roermondse architect Caspar Franssen aangetrokken. Een aannemer uit Venlo zorgde voor de bouw, die in 1897 gereedkwam. Ook bij deze kerk duurde het nog een aantal jaren voordat het gebouw volledig klaar was en een complete inventaris had. De kerk moest nog gepolychromeerd worden en een orgel, de kruisweg en de klokken ontbraken nog.
Twee Luciakerken
Als een parochie te groot werd, werd ze opgesplitst in twee parochies. De oorspronkelijke kerk werd ‘moederkerk’ genoemd, de nieuwe kreeg de naam ‘dochterkerk’. Beide kerken waren volledig zelfstandig. Soms werd de dochterkerk vernoemd naar de moederkerk; dat was ook het geval in Mierlo en ´t Hout. De moederkerk in het dorp was toegewijd aan de Heilige Lucia. De dochterkerk, de nieuwe kerk op ’t Hout, werd naar haar vernoemd en kreeg de naam Sint Lucia. In beide kerken vind je afbeeldingen van deze patroonheilige.
In de toren van de Heilige Luciakerk in het dorp hangt nog steeds de oude klok uit 1414. Deze draagt de naam Heilige Maria, genoemd naar de vroegere patrones van de parochie. Naast deze klok hing sinds 1461 nog een tweede klok, gegoten door Jan van Venlo. Omdat deze klokken op de ‘Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten van geschiedenis en kunst’ stonden, werden ze in de 2e Wereldoorlog niet door de Duitsers in beslag genomen voor de omsmelting tot kanonnen. De klok uit 1461 verkeerde echter in 1953 in een zodanig slechte staat dat hij niet meer te herstellen viel. Besloten werd de klok te hergieten tot twee nieuwe. Zij kregen de namen Heilige Lucia en Heilige Joseph. Er waren vanaf toen drie klokken: Maria, Jozef en Lucia. Hun afbeelding vinden we terug in een glas-in-loodraam boven het hoogaltaar.
De Sint Luciakerk op ’t Hout kreeg zijn eerste drie klokken in 1909: de Sint Luciaklok, de Nicolaasklok, genoemd naar pastoor Nicolaas Elsen en de Antoniusklok, genoemd naar de deken van Helmond. Tijdens de 2e Wereldoorlog waren zij niet beschermd. Eind 1942 werden zij door de Duitsers gevorderd, of geroofd zoals het in ons land werd genoemd. Zeven jaar later werden er twee nieuwe klokken in de toren gehangen. De grootste klok kreeg weer de naam Sint Lucia, de tweede klok is de Piusklok, vernoemd naar Pius van de Spijker, de toenmalige pastoor van Mierlo-Hout. In de volgende video is te zien dat de klokken werden teruggeplaatst