Malende molens

1935 na Christus

Het is augustus 1922. Het graan op de akkers is rijp of begint al flink te kleuren. In Mierlo en Mierlo-Hout is door het mooie weer volop leven in de brouwerij. De vrolijke kleuren van bloeiende planten, struiken en bomen en van de kleding, vooral van kinderen, geven een zomers en blij gevoel.

De Standerdmolen midden in het centrum van Mierlo draait er lustig op los, net als de Elderse molen, iets verderop aan de Geldropseweg, niet zo heel ver van het Eindhovensch kanaal.

En ook in Mierlo-Hout, ietsje vanaf de doorgaande weg Mierlo – Helmond en met een doorkijk naar de kerk, staat de molen vrolijk te draaien. Het is net als in Mierlo centrum een standerdmolen. De molen heeft geen naam, wordt gewoon ‘de Houtse molen’ genoemd.

Het is augustus 1922. Het graan op de akkers is rijp of begint al flink te kleuren. In Mierlo en Mierlo-Hout is door het mooie weer volop leven in de brouwerij. De vrolijke kleuren van bloeiende planten, struiken en bomen en van de kleding, vooral van kinderen, geven een zomers en blij gevoel.

De Standerdmolen midden in het centrum van Mierlo draait er lustig op los, net als de Elderse molen, iets verderop aan de Geldropseweg, niet zo heel ver van het Eindhovensch kanaal.

En ook in Mierlo-Hout, ietsje vanaf de doorgaande weg Mierlo – Helmond en met een doorkijk naar de kerk, staat de molen vrolijk te draaien. Het is net als in Mierlo centrum een standerdmolen. De molen heeft geen naam, wordt gewoon ‘de Houtse molen’ genoemd.

De Standerdmolen in het centrum is de alleroudste; die is nog gebouwd door de heren van Mierlo, rond  1640. Dat was in de tijd dat de familie Van Grevenbroeck hier de baas was. Het werd toen een ‘banmolen’ genoemd, omdat de heer het maalrecht had. Dat hield in dat alle boeren verplicht waren om hun graan op de molen van de heer van Mierlo te laten malen. Nu hoeft dat gelukkig niet meer. De heren verpachtten de molen achtereenvolgens aan de molenaars Van Spreeuwenberg, Jan Pellemans (1668). Peter, Goort, Jacobus en F. Smits, Peter Jacquemien en later diens weduwe. De laatste molenaar voor de heren is Johannes Branten, die in 1852 sterft.

Deze foto zou in 1922 gemaakt kunnen zijn, de tramrails zijn op de voorgrond goed zichtbaar

De molen heeft niet altijd in het centrum gestaan. Op 7 juni 1854 koopt de weduwe van Johannes Branten, Anna Branten-Doers, de molen en ze laat hem in 1860 vanuit de Molenheide op ‘t Heieind verplaatsen naar het centrum. Dan wordt haar zoon Arnoldus eigenaar en molenaar en na zijn dood gaat de molen over naar zijn zoon Ferdinand. Nu, in augustus 1922, is de molen nog steeds eigendom van de familie Branten. Arnoldus Branten, kleinzoon van de eerste eigenaar, ook Arnoldus, is nu de molenaar. Zijn zoon Ferd is dit jaar geboren en die zal later wel de volgende molenaar worden. En na hem zullen nog volgen, Harrie Branten, Frans van Nunen en Wiel Nijs.

Waar de Standerdmolen van hout is, is de Elderse molen, stammend uit 1851, opgebouwd uit steen.

De eigenaren zijn molenmaker Godefridus van Driel en Hendrikus van Stekelenborg. Hij is gebouwd als grondmolen zonder belt of stelling waarvan de wieken direct vanaf het maaiveld te bereiken zijn.

De Elderse molen, ondanks de hoge populieren in de omgeving staat hij toch nog mooi in zicht.

Op een later, onbekend tijdstip is de molen opgetrokken tot een beltmolen. De gemetselde boog van de ingang van de grondmolen is nog zichtbaar boven de ingang van de belt. Latere eigenaren zijn: Albertus van Driel, Hendrik Sevens, Peter Coolen, van Nuenen, familie van Stekelenburg, Peter Peters, Maria Holten en Oswald Vink. De molen maalt koren, mout, pel (gerst) en schors.

De Houtse molen is eigendom van de familie Van Stekelenburg en is in 1889 van Zeelst bij Eindhoven naar ’t Hout verplaatst. De familie van Stekelenburg is een echte mulders (molenaars) familie:  Godefridus van Stekelenburg heeft eerst de Elderse molen gehuurd, en hij maalt nu dus in Mierlo-Hout.  Omdat de Houtse molen niet geheel in de behoefte kan voorzien, wordt er in 1907 een stoommolen bijgebouwd. Aanvankelijk wordt er veel boekweit gemalen voor het bakken van pannenkoeken alsmede voor het maken van balkenbrij.

De heer Van Sinten voert de herten in het hertenkamp bij de Standermolen in Mierlo.

De Standerdmolen en de Houtse molen liggen niet ver van de weg waar de tram langskomt.

Alle drie de molens hebben voldoende vrije windvang zodat ze optimaal gebruik kunnen maken van de wind. Het is alle dagen een komen en gaan van karren die door paarden naar de molens worden gereden. In deze zomer zijn de molens en de bedrijvigheid er omheen een mooi en vertrouwd gezicht.

De Elderse molen aan de doorgaande weg van Geldrop naar Helmond is gebouwd in 1851.

Het is augustus 2022, een eeuw later. Van de drie vrolijk draaiende molens is er nog maar één over: de Standerdmolen.

De Houtse molen heeft het niet gered. Door de toenemende industrialisering en opmars van elektriciteit wordt de  onzekere windbemaling op een gegeven moment overbodig en vallen veel molens stil, wat vaak tot sloop leidt. Dat gebeurt ook met de Mierlo-Houtse molen. Hij wordt verkocht voor 300 gulden en in 1938 gesloopt. Delen van de molen gaan naar de molen van Swartbroek (L) en het eikenhout naar de firma Janssen in Mierlo-Hout voor het maken en restaureren van eikenhouten kasten.

Ook de Elderse molen draait niet meer, al staat hij er nog wel, daar aan de Geldropseweg. Al vanaf 1928 raakt de molen geleidelijk buiten bedrijf en ernstig in verval. In 1939 is de molen niet veel meer dan een ruïne. Zonder staart, met maar één roede en met een reeds gedeeltelijk afgegraven molenbelt wordt hij gekocht door A.L.M van der Lande. Deze laat hem uitwendig restaureren en er een woning bij bouwen. Oorspronkelijk is het de bedoeling om de molen als molenmuseum in te richten, maar daar is het nooit van gekomen. Het gaande werk en de molenstenen ontbreken, alleen de kap met aswiel en kruiwerk om de molenkap zo nodig in de wind te zetten zijn compleet.

Sinds 2003 heeft de molen  ondanks de incomplete situatie – hij kan nooit meer van alle windrichtingen gebruik maken- de status van rijksmonument.

De huidige eigenaar is de familie Van Vught.

De Standerdmolen dus, die draait nog steeds, ook deze zomer in 2022. Het gebouw is sinds een paar jaar in handen van Molenstichting Geldrop-Mierlo. Drie vrijwillige molenaars – Fons Hermans, Ronald Groothedde en Jan Molenkamp – zorgen dat de molen draait; ze worden geassisteerd door 5 molengidsen. En hielden vroeger toeristen al halt bij de molen als ze door het dorp trokken, zoals in een artikel in de Helmondse Courant van 1947 staat, nu gebeurt dat ook. Jaarlijks trekt de molen minimaal 2500 bezoekers.

Het heeft even wat kruim gekost, voordat de molen er zo florissant bij stond. In 1939 al wordt geconstateerd dat de molen in zeer slechte staat verkeert en aan een hoognodige restauratie toe is.  

Ook landelijk werd aandacht besteed aan de restauratie van “onze” Standermolen.

Die restauratie komt er; ook wordt de molen voorzien van stroomlijnwieken volgens het systeem Van Bussel, waardoor ook met kleiner windsnelheden nog kon worden gemalen.

Op 4 oktober 1941 wordt de geheel gerestaureerde molen feestelijk in bedrijf gesteld. In een steen in een van de 4 teerlingen waarop de molen rust, staat het volgende gebeiteld:

Oud van dagen, maar niet verslagen. Hersteld in het jaar 1941, door de gebroeders Adriaans, onder leiding van Chr. V Bussel te Weert.

Weder in bedrijf gesteld door den mulder A.W.F. Branten en diens zoon F. Branten, op 4 october 1941. Door velen is medewerking verleend tot het behoud van dezen molen. Het nageslacht moet dit waarderen.

Deze waardering is echter niet van lange duur. Want op het moment dat de gemeente in 1956 de molen van A. Branten koopt, verkeert hij in dusdanig verwaarloosde staat dat er weer een restauratie nodig is. En in 1970 volgt nogmaals een grondige restauratie.

Ontmanteling van de molen in 1992, eerst wordt de kast weggehaald.
Nadat de kast was verwijderd bleef de standerd met de teerlingen als laatste nog even staan.

In 1992 vindt behalve een restauratie ook een ingrijpende verandering plaats: de molen wordt enkele tientallen meters naar achteren verplaatst, onder meer om een groter plein voor de molen te kunnen aanleggen. Hierdoor krijgt de molen een nog prominentere plek in het dorp, met een fleurig begroeide molenbelt. Hij heeft uiteraard de rijks-monumentale status.

In 1992 tijdens de opbouw op de nieuwe locatie staat de kast van de standermolen geparkeerd aan de Dorpsstraat.
De kast wordt weer op de staander gehesen, deze zal ter plekke nog worden gerestaureerd.
Het interieur van de molen wordt weer teruggeplaatst .

Eind 2017 vindt nog een opvallende verbouwing plaats: van een halfgesloten wordt het een gesloten standerdmolen. De ruimten tussen de teerlingen werd afgeschoten met vier houten wanden, voorzien van 2 deuren.

Verder lezen / bronnen