De Mierlose Zwarte Kers

1950 na Christus

Verhalen over het ontstaan

Wie kent de Mierlose Zwarte kers nou niet?

Er doen twee verhalen de ronde over hoe deze kers in Mierlo terechtgekomen is.
In het eerste verhaal bezocht de H. Willibrordus, aartsbisschop van Utrecht, op één van zijn tochten ons dorp. Hij schonk Mierlo de eerste kersenboom. Dat bleek een zwarte kers te zijn.  Omdat de bodem er zeer geschikt voor was, ontstond een bloeiende teelt van deze kersen en werd de Mierlose Zwarte kers een erkend en zeer bekend kersen-ras.

Het tweede verhaal gaat verder terug in de tijd: Christus kwam met een apostel naar Helmond om het evangelie te verkondigen; ze klopten ’s avonds voor onderdak aan bij een oud vervallen boerderijtje in Mierlo, omdat daar nog licht brandde. De boer en boerin waren begaan met de twee reizigers en ze konden er blijven slapen. Toen het ’s ochtends licht werd en de boer en boerin water gingen halen uit de waterput, zagen ze een boom met zwarte kersen. “Omdat gij zo goed voor ons waart”, zei Christus en hij ging vervolgens met zijn apostel verder richting Helmond. Aan de gastvrijheid van die kleine boer in Mierlo hebben we nu de lekkere Mierlose Zwarte kersen te danken, volgens dat verhaal.

De kersensoort

De soort ‘Mierlose Zwarte’ zou omstreeks 1850 al hebben bestaan. In deze omgeving gedijde de kersensoort erg goed vanwege de bodemgesteldheid: een humusrijke doorlatende zandgrond oftewel één meter zwarte grond of teelaarde. Rondom de boerderijen in ons dorp stonden veel kersenbomen.

In de Bisschop van Mierlostraat stonden op weg naar de Luciaschool en kerk de befaamde Mierlose kersenbomen

De onderstam van de boom werd gevormd door een Limburgse boskriek, waarop een ent-scheut van de Mierlose Zwarte kers werd geënt. In die tijd werden de scheuten op 2 meter geënt en werd dat hoogstam genoemd. De plukkers moesten dan met ladders in de boom klimmen om de rijpe kersen te plukken. Iedereen plukte kersen, van jong tot oud, ook al kon het gevaarlijk werk zijn, want er viel wel eens iemand uit de boom.

De Mierlose Zwarte kers werd in 1920 onderzocht door pomoloog (boomvruchtdeskundige) dr. Izaäk Rietsema. In zijn proefschrift in 1928 beschreef hij de kenmerken van deze kers als volgt ‘Het meest kenmerkende dezer kers zijn de eigenaardig geplooide bladrand en de groote, diep getande stipulae. Bij een bezoek aan Mierlo in 1920 lette ik hierop niet, zoodat ik niet met zekerheid kan zeggen of deze vorm werkelijk daar ter plaatse voorkomt. Vermoedelijk is dat echter wel zoo, want bewaarde steenen, genoteerde vruchtmaten en andere bijzonderheden van een der Mierlo’sche kersen kloppen goed met wat ik naderhand waarnam. Is dit vermoeden juist, dan is deze kers van de beide te Mierlo inheemsche zwarte de laatst rijpende, dus niet de Mierlo’sche (vroege) Meikers. Buiten Mierlo en Gemert vond ik haar niet’.

Zijn gehele proefschrift is hier terug te lezen.

Veiling De Kersenboom

De Mierlose Zwarte werd net als ander fruit geveild. Op 24 april 1910 werd daarvoor ‘Fruitveiling-vereeniging de Kersenboom’ opgericht. In de startperiode kon men lid worden door het kopen van een aandeel van 5 gulden

Een aandeel nr. 95 van Fruitveiling De Kersenboom, uitgegeven op 1 mei 1910 aan Jos H. Gooris

Er meldden zich 134 leden die in totaal 246 aandelen kochten. Vervolgens konden ze op zoek naar een ruimte om de veiling te houden.  Op 29 maart 1911 werd besloten om de fruitveiling te houden bij Hotel ’t Anker van de erven Van de Kimmenade

Mooie luchtfoto waarop Hotel ’t Anker te zien (nu is dit de hoek Dorpsstraat-Vesperstraat). Dit hotel moest plaatsmaken voor het ‘nieuwe’ gemeentehuis

Zij hadden een zaal die tegenover het tramstation lag. Op dinsdag 27 juni 1911 vond de eerste veiling daar plaats; de omzet bedroeg 5.779 gulden. Naast kersen werden ook appels, peren, zwarte bessen, kruisbessen en abrikozen geveild. Aan het einde van de veiling werd het fruit aan de tramhalte ingeladen om naar Helmond of Eindhoven te worden vervoerd

In de jaren 1918, 1921, 1938 en 1957 mislukte de oogst en werd er niets geveild. In 1924 werd een recordhoeveelheid kersen geveild, namelijk 46.990 kg

De kersen worden uitgezocht, gewogen en in kistjes gedaan om te worden geveild.
Op de foto v.l.n.r. Nico v.d. Boomen, dhr. Coolen, Frans v.d. Vorst en onbekend

Het was belangrijk om een grote en kwalitatief goede aanvoer van kersen te hebben. Dat vereiste verbetering en veredeling van de soort. Daarvoor werden speciale proeftuinen aangelegd. Een zo’n proeftuin was te vinden in de Kerkstraat, links naast de plek waar nu bakkerij Jenny van der Putten gevestigd is; de kwekerij lag iets daarachter. In 1965 werd deze kwekerij verkocht aan de gemeente voor het uitbreidingsplan tussen de Schoolstraat en Kerkstraat.

In 1964, toen kersen het fruitaanbod al lang niet meer domineerden, maakte de veiling een grote ontwikkeling door. Men besloot een eigen gebouw re realiseren. Op Loeswijk werd een perceel gekocht, waarop een loods werd gebouwd.

Ook werden een vrachtwagen en een loopbandtransporteur aangeschaft. Er werden contracten afgesloten met conservenfabrieken, waarbij afspraken werden gemaakt met leden van de veiling over welke en hoeveel producten zij zouden gaan telen. De oogsten van de contracttelers werden dus vanaf 1964 niet meer geveild; ze produceerden nu voor een fabriek tegen vastgestelde condities. Minder gunstige jaren compenseerden de telers door het verlenen van diensten zoals het schillen van asperges en het schonen van spruitjes. Het terrein werd verhard en in 1983 kwamen er een nieuwe loods en koelcel. Een jaar later volgde een nieuw kantoor. Door de activiteiten van de ‘Fruitveilingvereniging de Kerseboom’ zijn vele levensvatbare vollegrond-tuinbouwbedrijven in Mierlo en omgeving ontstaan.

Het bestuur en de directeur van de veiling in 1988, zittend v.l.n.r. Wim Dekkers, Nico v.d. Boomen en Simon van Gennip, staand v.l.n.r. Jac Smeets, Leo Jurrius en Hans Habraken

Het complete verhaal over 100 jaar veiling, geschreven door Theo de Groof, vind je hier.

Het einde van de Mierlose Zwarte kers

Ruilverkaveling maakte een einde aan de grootschalige teelt van de Mierlose Zwarte. Ook de veranderde grondwaterstand was er debet aan: veel bomen stierven daardoor. En hele boomgaarden werden gekapt om plaats te maken voor nieuwbouw en ook werd het steeds moeilijker om plukkers bereid te vinden voor een paar centen de lange ladder te bestijgen.

Waar zijn ze nu nog te vinden?

Het IVN Mierlo en de gemeente zijn al een aantal jaren bezig om Mierlo weer als ‘kersendorp’ op de kaart te zetten. Een werkgroep van het IVN heeft al ruim 1300 scheuten geënt. Tegenwoordig gebeurt dat op 60 centimeter hoogte, dat wordt een laagstam genoemd. Op dit moment heeft Mierlo vier kersenboomgaarden. Sinds 1979 ontfermen Willy & Gina van der Linden zich over de laatste echte hoogstamboomgaard. Deze kersenboomgaard van De Kersenboerderij ligt aan de Eendenpoel. Deze bomen kennen hun oorsprong uit de tijd dat de kersenteelt het kloppende hart van Mierlo was. Sinds 2009 heeft het huidige Kersengaerd Hof van Huijbers een kersenboomgaard met daarin ook de Mierlose Zwarte kersen. Het betreft een laagstam-boomgaard met overkapping. Ook zijn de kersen gemakkelijker te oogsten.

Ook bij Smeets op de Overakker en Van Duijnhoven op ’t Broek staan kersenbomen.

Echte Mierlonaren weten hoe het moet, een kersenpannenkoek bakken. Hieronder het recept van Anne van der Vleuten, op z’n Mierles, voor de ‘Zwarte kirzestreuf’

Às ge òjt Mierle kóómt dan hedde van thòjs òjt meegekrigge hoe dè ge d’n timper vur kirzesteurf moet maoke.

Wa hèdde nódeg:

  • Zeker ne kilo vòrse Mierlese zwarte kirze (meschiens wel mèèr; li án oew pààn)
  • Ejn pond mèèl (nóvenánt)
  • 3/4 liter rómme
  • 3 of 4 èèjkes
  • ’n snufke zááwt
  • Klats biejr
  • Goej bótter en óllie
  • Gròwte streufpààn (wilde àvveséére, dan twèje)

Timper de èèjkes mi de mèèl, romme en ’t zááwt. Dan de klats biejr en wa óllie d’r in en wir timpere. Zoeureg dè d’n timper wa dikker is às dè ge gewèènd bent; ginne dunne loerie!

Was de kirze, haal de stillekes d’r af, de pitjes moete laote zitte anders bakt de pààn méé án.

Flinke klont bótter in de pààn mi wa óllie en goewd hejt laote wórre, anders mislukt de streuf en às d’n uurste streuf mislukt, mislukke ze allemaol.

Laot d’n timper in de pààn lòwpe, dan vàtte mi tweeje hàànd kirze òjt ne timmes en doew die bovenop d’n timper. Zoeureg dè déés goewd vol li en tip de kirze allemaol effe án mi d’n timper. Laot goewd brojn bakke en drèèj ‘m um mi n’n deksel, dan wir terug in de pààn mi de kirze van ondere. Às déés kàànt goewd gebakke is, de streuf wir terug drèèje en kiekt of dè d’n timper goewd gaar is. Alles baj mekááre ’n klèèn ketiejerke. Scheuf de streuf op een gròwt bört.

Èèt ze!

De wagen ‘De streufbakkers oit Mierle’ tijdens de optocht die verwijst naar de bekende de ‘Zwarte kirzestreuf’

Opkomst en neergang van Kersenoogstfeest

Mierlo was dus in het midden van de vorige eeuw een echt kersendorp en dat werd jaarlijks groots gevierd met een kersenoogstfeest. Het eerste plan hiervoor werd geopperd in het weekblad ‘De Kersepit’, met Sjef van Neerven als kartrekker. Het feest had een tweeledig doel: reclame maken voor de lekkere Mierlose Zwarte èn meer toeristen naar Mierlo halen. Mierlose gezinnen ontvingen toentertijd begin juli traditiegetrouw wel al familie en kennissen van buiten de gemeente die ‘op de kersen kwamen’. De ‘kirzestreuf’ was een gewilde lekkernij.

Het eerste Kersenoogstfeest vond plaats op zondag 27 juni 1948 en was georganiseerd door zangvereniging Sint Lucia. Het organisatiecomité had een mooi programma samengesteld, dat begon met een optocht. Het feestcomité bestond uit 13 personen, van wie Sjef van Neerven als voorzitter, Jan Huijbers als secretaris en Sjef Dekkers als penningmeester de belangrijkste personen waren. Tot de eregasten behoorden de pastoors van Mierlo-Dorp en van ’t Hout, de burgemeester, wethouder, de dokter, de hoofdonderwijzer en nog enkele notabelen. Er werden tien- à vijftienduizend bezoekers verwacht, maar het feest kende een slechte start omdat het water met bakken uit de hemel viel. De optocht werd daarom een paar uur uitgesteld, maar kon uiteindelijk wel door het dorp trekken. In de stoet reden 28 praalwagens mee, allemaal van Mierlose verenigingen. Er ontstond zelfs een nieuwe vereniging: Blaaskapel De Kersenlanders, die bij elk Kersenoogstfeest actief zou zijn en dat nog steeds is. De optocht startte op de hoek van de Helmondseweg/Stiphoutseweg en volgde de Hoofdstraat, Houtsestraat, Brugstraat, Marktstsraat, Dorpsstraat naar Heuvel. Daar draaide de stoet en ging vervolgens via de Dorpsstraat, Kerkstraat en Wilhelminastraat weer naar de Marktstraat, waar de optocht bij het feestterrein ontbonden werd.

Tijdens de optocht van de kersenoogstfeesten liepen vele groepen en praalwagens mee. Bron: www.nationaalarchief.nl

Op het feestterrein stonden tentjes met kersen- en kersenpannenkoekverkopers, kraampjes van klompenmakerijen en van de zuivel- en de textielindustrie. Plaatselijke verenigingen zorgden voor muziek, zang, volksdansen, vendelzwaaien en gymnastiekdemonstraties. ’s Avonds werd het feest afgesloten met vuurwerk.

Het programma werd geopend met de huldiging van de Kersenkoningin. Zij speelde een centrale rol in het feest en was al maanden eerder op het carnavalsbal op maandagavond gekozen. De kersenkoningin kwam afwisselend het ene jaar uit Mierlo Dorp en het andere jaar uit ’t Hout. In dat eerste jaar, in 1948, waren er twee koninginnen, uit beide kernen een: Mia Lammers en An van Dijk.

Het aantal hofdames dat de majesteit begeleidde, was steeds wisselend. De Kersenkoningin koos ook een prins. In 1955 werd een advies gegeven: “Voor de jongelui tussen 20 en 25 jaar een goede raad: zorg dat je er netjes uitziet, want Antoinette I zal gedurende de optocht een tiental invitaties laten uitreiken aan aardige jongelui, waaruit zij direct na haar kroning een prins zal kiezen.”

Kersenkoningin Ria Verbruggen als koningin Mirella 2 met haar gevolg op de trappen van het Oude Raadhuis in 1957

In de eerste jaren van het kersenoogstfeest stond er ook een aantal kermisattracties. In 1955 werd de organisatieopzet sterk gewijzigd. De traditionele activiteiten bleven behouden, maar er waren geen kermisattracties meer. Wel kwamen er optredens van individuele personen, groepen en ook niet-Mierlose verenigingen. Minister Frans-Jozef van Thiel werd beschermheer. Er werd een deskundige jury aangesteld met daarin onder anderen Antoon Coolen, Jan Naaykens en Jules de Corte. Deelnemers van buiten Mierlo kwamen uit onder meer Hoensbroek, Heerlerheide (bij Maastricht), Breda en Roessendaele. Er werden medailles beschikbaar gesteld door H.M. de Koningin, Z.K.H. Prins Bernhard, Minister F.J. van Thiel, de Commissaris van de Koningin en het gemeentebestuur. In het avondprogramma kregen alle deelnemende groepen een half uur de tijd om zich te presenteren. De beste groepen mochten op de maandagavond na het feest op zondag opnieuw optreden. Voor de kinderen werd op maandagmiddag een feest georganiseerd.

Uitbreiding programma

In de loop der jaren werd het programma vaak gewijzigd. In 1948 was er alleen op zondag om 2 uur een optocht en om 4 uur een optreden door Mierlose verenigingen op het feestterrein ‘onder de bumpkes’ bij de Ark,

Vele mensen wachten ‘onder de bumpkes’ op het voorbij komen van de optocht

met als afsluiting een vuurwerk. Later breidden de activiteiten zich steeds meer uit. Midden jaren 60 kwam er ook op zaterdag een programma.

In de beginjaren startte de tocht bijna op de grens van Mierlo, Stiphout en Helmond. Vanwege de spoorlijn werd de startplaats verlegd naar de Parallelweg op ’t Hout en in 1963 liep de route alleen door Mierlo-Dorp. In 1956 kreeg het feest versterking van de Mierlose auto- en motorclub (MAC). Die organiseerde de 1e Mierlose Kersenrally.
Er namen maar liefst 506 voertuigen aan deel: auto’s, motoren, scooters en bromfietsen uit Nederland, Duitsland en België. Het avondprogramma kende in de loop der jaren vele bekende gasten. Tom Manders (Dorus) reed met zijn oude Fordje in de optocht mee,

Tom Manders als komiek ‘Dorus’ brengt in 1959 een bezoek aan de Kersenoogstfeesten met Jannie Schippers als Kersenkoningin Mierloiana 5

maar ook Rudi Carell, de Blue Diamonds, Imca Marina, André van Duin, de Selvera’s en Rita Corita gaven acte de présence. De feesten in die jaren trokken wel zestig- tot tachtigduizend bezoekers!

Ook Bromsnor, de veldwachter uit de serie Swiebertje, liet zich rondrijden door Mierlo tijdens de Kersenoogstfeesten

Op de maandag na het kersenoogstfeest maakte de Kersenkoningin een rijtoer door kersenland en nadien was er een optreden van allerlei artiesten. De laatste jaren dat het kersenoogstfeest werd gevierd, werd dit een ‘Brabantse Aovend (mi krentemik, ham en zult)’: het was een avond van  boerenkielen en petten, van de Brabantse poffers en zwarte boerenfrakken (lange jassen). Het feest werd afgesloten met een grote polonaise

Over publiciteit had Mierlo niet te klagen. Vanaf het eerste Kersenoogstfeest werd, ook door de landelijke pers, aandacht besteed aan deze folklore. Burgemeester Krol, die natuurlijk ook het belang voor zijn gemeente zag, was daarbij behulpzaam. Hij schreef midden jaren vijftig brieven naar De Nederlandse Televisie Stichting, de KRO, AVRO, de redactie van ANP Foto en de Katholieke Illustratie. Zo kwam Mierlo landelijk in het nieuws.

De Kersenkoningin met haar hofdames op het bordes van het toenmalige ‘nieuwe’ gemeentehuis met helemaal rechts burgemeester Krol

Zolang het Kersenoogstfeest gevierd is, zolang heeft het voortbestaan onder druk gestaan. Eerder kwam dat door financiële moeilijkheden, maar later werd het ook moeilijk om voldoende wagenbouwers en andere vrijwilligers te vinden. Het eerste kersenoogstfeest werd afgesloten met een positief resultaat van ƒ 1.000,-. Het tweede jaar verliep financieel zeer slecht, met een nadelig saldo van ƒ 6.000,-. De door het organisatiecomité opgerichte Stichting ‘De Mierlose Kers’ sloot leningen af door het uitgeven van obligaties. In 1955 vroeg het organisatiecomité het gemeentebestuur om garant te staan voor een bedrag van ƒ 3.000,- Het weer kon een zodanige invloed hebben op het financiële resultaat dat het niet verantwoord was dat risico zelf te dragen. In 1961 deed Stichting ‘De Mierlose Kers’ opnieuw een beroep op het gemeentebestuur. Er was een tekort ontstaan van bijna ƒ 12.000,-. Het laatste verzoek van het organisatiecomité kwam in 1964. Het verzocht het gemeentebestuur garant te staan voor ƒ 7.500,-. Op 3 mei 1965 publiceerde het bestuur een brief waarin het aangaf geen Kersenoogstfeesten meer te organiseren en over te gaan tot opheffing van de Stichting ‘De Mierlose Kers’. Het kon niet voldoen aan zijn financiële verplichtingen. De bezitters van de obligaties kregen 20% van hun inleg uitgekeerd.

In 1965 nam carnavalsvereniging ‘De Kersepit’ de organisatie van dit grote festijn over. Het gemeentebestuur drong erop aan, natuurlijk uit financieel oogpunt, de optocht sober te houden.

Gaandeweg verminderde het aantal actieve deelnemers en bleek dat er te weinig medewerking was van mensen en verenigingen. ‘De Kersepit’ deed een poging om nieuwe medewerkers te werven, maar slaagde er niet in. In 1970 werd de laatste optocht gehouden, in 1971 viel het doek. Kersenland Mierlo vierde haar laatste Kersenoogstfeest. In 1975 vond in het kader van het jeugdvakantiewerk nog het Mini Kersenoogstfeest plaats. Het enige verschil met het traditionele Kersenoogstfeest was dat het geheel zich afspeelde voor en door de jeugd met de zesjarige Daniëlle Louwers als de door de kinderen zelf gekozen mini-Kersenkoningin. En ook al waren daarna de kersenbomen (bijna) verdwenen en was het Kersenoogstfeest weg, de herinneringen bleven…zelfs nu nog.
Toen kon niemand vermoeden dat 44 jaar later weer een Kersenoogstfeest gevierd zou worden. Het 55-jarig bestaan van carnavalsvereniging ‘De Kersepit’ in 2015 was aanleiding om dit feest nieuw leven in te blazen. De feesten werden gepland op 27 en 28 juni bij de kersenboomgaard van de familie Huijbers. Eline Verbeek werd de Kersenkoningin. Pastoor Kloeg hield een Kers-mis op het terrein. Er was een optocht vanuit Mierlo naar het feestterrein, daar stonden kraampjes met vele kersenproducten. Ook was er een wedstrijd kersenpitspugen en een rondrit langs de kersenboomgaarden met uitleg van de Heemkundekring Myerle.

Kersenkoninginnen

Toen in 1948 het eerste Kersenoogstfeest werd gehouden, was er nog geen officiële kroon. Die werd de eerste jaren van karton in elkaar geknutseld. In 1953 maakte een smid een echte kroon.  Hieronder de lijst van Kersenkoninginnen vanaf 1948.

1948Mia Lammers en An van Dijk  
1949Mia Geritsals KoninginMierloiana l
1950Mia Geritsals KoninginMierloiana 2
1951Corrie Kuijpersals KoninginMierloiana 3
1952Trees Vervoertals KoninginMierloiana 4
1953DinyWeijersals KoninginDiana
1954Corrie Duimelinckals KoninginCorella
1955Toos Jansals KoninginAntoinetta
1956Mia v.d. Voortals KoninginMirella
1957Ria Verbruggenals KoninginMirella 2
1958Marietje Slegersals KoninginMaribella
1959Jannie Schippersals KoninginMierloiana 5
1960Gerda Cuijtenals KoninginMirella 3
1961Petra v.d. Vossenbergals KoninginMierloiana 6
1962Ria van Stiphoutals KoninginAnnexatia
1963Wilhelmien van Bladelals KoninginGracia
1964Rieky v.d. Kimmenadeals KoninginRecreatia
1965Ria Weijmansals KoninginMirella 4
1966Diny Liebreksals KoninginDiana 2
1967Charma Simonsals KoninginMirabella
1968Ria Swinkelsals KoninginMireine (zij werd ziek en werd vervangen)
1968Lenie Boutenals KoninginMireine
1969Franca Meegensals KoninginAppolonia
1970Christien Slegersals KoninginForensa
1971Ineke v.d. Boogaardals KoninginMistrella
1975Daniëlle LouwersMini-Kersenkoningin
2015Eline Verbeek  
2016Renee Knapen
2018Michelle van Sinten  
2020
2022
Manou van der Linden  
2024Robin van de Kimmenade

Wist je dat ….

  • Vanaf 1100 al kersen werden gekweekt door de Heeren van Mierlo, net zoals de Romeinen dat voor hen deden;
  • Op 11 juni 2004 carnavalsvereniging De Kersepit in het kader van haar 44-jarige bestaan een reuzen-kersenpannenkoek met een doorsnede van 6 meter liet bakken; er was 200 liter beslag gemaakt en er werden 80 kilo kersen in verwerkt. De Pannenkoek moest met een hijskraan worden gekeerd. https://www.youtube.com/watch?v=rCcStvh20hg
  • Het beeld van de Kersenplukker op de plaats staat waar de eerste veiling plaatsvond van de Mierlose Zwarte kersen.
  • Het Mierlo’s record kersenpitspugen al sinds 1976 in handen is van Pieter v.d. Kimmenade met een afstand van 12.76 meter. Ter vergelijking, het wereldrecord kersenpitspugen staat op 29,12 meter volgens het Guinness Book of Records.