Naar de missie

1880 na Christus

Tegenwoordig horen we het woord ‘missie’ weer vaker. Hiermee geven bedrijven en organisaties aan waar ze voor staan, welk doel ze hebben. Het woord is afgeleid van het Latijnse woord mettere. Dat betekent plaatsen of neerzetten. Vroeger gebruikte men het woord ‘missie’ in een ander verband: het was een plaats ver weg, waar een priester of zuster vanuit de katholieke kerk het geloof ging brengen. Het was niet alleen zieltjes winnen, zoals critici weleens zeggen, maar er werd ook op sociaal, medisch en onderwijskundig gebied heel veel werk verricht.

Pater of zuster worden was in de periode voor 1950 een frequent voorkomende beroepskeuze. De gezinnen waren groot en er was vaak niet voor iedereen een goede broodwinning voorhanden. Vanuit de kerk werd gevraagd kinderen tot religieuze op te leiden en veel jongeren vonden het een uitdaging om in een ver land op ontdekking uit te gaan. Het was dè manier om te kunnen reizen.

Ook in Mierlo zijn veel kinderen priester, pater of zuster geworden. Velen bleven in Nederland werkzaam in de kerk, in de zieken- en ouderenzorg of in het onderwijs. Ook waren er contemplatieve religieuzen: ze bleven altijd in het klooster en waren gericht op beschouwing en gebed. Het is ondoenlijk om alle Mierlose jongens en meisjes te noemen die hun religieuze roeping hebben gevolgd. We beperken ons tot enkele van hen die naar de missie zijn gegaan, maar eren daarmee de hele groep.

De eerste missionarissen waar Mierlo mee te maken kreeg, waren de priesters die in de eigen parochiekerk dienden. Vanaf het begin van de 13e eeuw had Mierlo een kerk en de priesters van die kerk kwamen gedurende bijna 500 jaar vanuit de Norbertijnen Abdij van Tongerlo. Maar over deze missionarissen gaat het nu niet. Dat toen vanuit Mierlo priesters en kloosterlingen zijn uitgezonden naar elders, staat wel vast. Maar daarvan is niet veel bewaard gebleven. Natuurlijk weten we het nodige over Willem van Enckenvoirt en Godfried van Mierlo, waarover elders in de canon meer informatie staat. Maar over minder bekende Mierlose religieuzen is eigenlijk niets bewaard. Pas vanaf eind 19e eeuw is er meer vastgelegd en vinden we dus meer terug. Dat heeft zeker ook te maken met het beter vastleggen van gegevens in de archieven. Vandaar dat de aandacht gericht is op een aantal van hen vanaf die tijd.

Pater Frans van Vlerken op een gekleed zoals hij in Ortos op zijn missiepost werkte.

In de nieuwe parochie St. Lucia die in 1884 in Mierlo-Hout gesticht werd, was Frans van Vlerken (1884-1952) de eerste missionaris. Frans is nog gedoopt in de Heilige Luciakerk in Mierlo maar woonde in Mierlo-Hout en ging daar ook naar de kerk. Hij is misschien wel de meest bekende missionaris uit Mierlo. Zeker omdat hij zoveel heeft meegemaakt in zijn missiegebied en door de manier waarop hij daarover communiceerde. Dat deed hij via zijn orde – de Missionarissen van Scheut – en met brieven en berichten in de lokale krant. Frans was 27 jaar toen hij als jonge priester in Mierlo-Hout werd uitgezwaaid en naar de missie in China (Mongolië) vertrok. Dat was geen makkelijk missiegebied. Een gedeelte van de bevolking was zeer gekant tegen de missionarissen en overvallen en geweld waren aan de orde van de dag. Onder andere de Nederlandse bisschop Ferdinand Hamer kwam er op een gruwelijke manier aan zijn einde, net als de Geldropse missionaris Gisbert Jaspers. Frans van Vlerken heeft regelmatig angstige tijden meegemaakt met als dieptepunt een gijzeling door een groep opstandelingen. Het was hen te doen om losgeld. Frans werd 15 dagen meegenomen op hun trektocht en flink toegetakeld. Pas nadat er 500 dollar losgeld was betaald, werd de missionaris weer vrijgelaten. Na dit avontuur kwam Van Vlerken terug naar Mierlo-Hout, maar de missie trok hem nog steeds, dus enkele jaren later keerde hij toch terug naar China. Daar bleef hij tot de Chinese autoriteiten eind jaren 40 van de vorige eeuw alle westerse missionarissen het land uitzetten. Frans heeft zijn laatste jaren doorgebracht op Sparrendaal in Vught. In Mierlo-Hout is een straat naar hem vernoemd.

Pater van Vlerken, na zijn missiewerk terug in Nederland.

Een tweede straat in Mierlo-Hout die naar een pater is vernoemd, is de Pater Jozef Bollenstraat. Jozef was een tijdgenoot van Frans van Vlerken. Frans hield zijn afscheidspreek in 1911 in de eerste mis die de neomist (een pas gewijde priester) Jozef Bollen in Mierlo-Hout opdroeg. Jozef Bollen was een Jezuïet. Hij ging niet naar de missie, maar werd leraar in Amsterdam. Een andere pater Bollen, namelijk Frits Bollen (1907 – 2002) ging wel naar de missie . Als 13-jarige wist hij al dat hij dat wilde. Na zijn opleiding, die duurde tot 1932, kreeg hij een teleurstelling te verwerken. Hij werd niet uitgezonden naar een missiepost omdat zijn orde hem nodig had als leraar in Nederland.  Leraar bleef hij tot de oorlog uitbrak. Toen werd hij overste en econoom van de orde in Cadier en Keer. Er braken zes moeilijke jaren voor de orde aan, met rantsoenering, bonnen voor levensmiddelen, kleding en vele andere dingen. Ook waren het zes jaren van smokkelen, om een college met meer dan een honderd studenten – allemaal eetlustige jonge kerels –  in letterlijke zin van het broodnodige te voorzien.

Het duurde nog jaren voordat Bollen’s grootste wens, namelijk uitgezonden worden, werd gehonoreerd.
Toen hij 25 jaar priester was, kreeg hij eindelijk toestemming om naar Pedu (Ghana) te vertrekken, in augustus 1957. Eerst nog niet voor het pastoraat, maar als leraar aan het seminarie aldaar. Twee jaar later kreeg hij zijn eigen parochie in het nabijgelegen Cape Coast. Daar was hij een erg gelukkige pastoor. Hij holde de missieheuvel op en af, was altijd bezig: in de kerk, aan het vergaderen, op huisbezoek, naar het ziekenhuis of gevangenis. ’s Avonds was hij dan gewoonlijk uitgeput. Zodra hij dan rustig ging zitten, viel hij direct in slaap. Helaas moest hij in 1970 vanwege een intern kerkelijk conflict tussen de plaatselijke bisschop en zijn orde Ghana verlaten. Hij ging weer aan het werk in Nederland. In 1978 kwam hij terug naar Mierlo-Hout waar hij assisteerde in de Sint Lucia parochie en later als onbezoldigd rector in Sint Alphonsus. Vrij kort na zijn 71-jarig priesterjubileum stierf hij op 94-jarige leeftijd.

Pater Frits Bollen werd in 1992 bij de Houtse Kluppers geëerd met 24 rode rozen.
Pater Jan van Dooren, net voor zijn priesterwijding in 1915 in Frankrijk.

Een andere pater die missionaris in Afrika wilde worden, was Johannes van Dooren (1891-1920). Hij werd op 28 oktober 1915 in Langonnet (Bretagne) tot priester gewijd en droeg zijn eerste Heilige Mis op in de Heilige Luciakerk op 30 juli 1916. Tijdens de 1e Wereldoorlog werkte hij onder de Belgische vluchtelingen. Daarna werd hij benoemd tot professor aan het seminarie van zijn congregatie in Baarle-Nassau. Op 9 januari 1920 scheepte Johan in op het lijnschip ‘Afrique’; de bestemming was Kameroen, waar hij missiewerk wilde gaan verrichten. Vrij snel na vertrek kwam het schip door motorproblemen in moeilijkheden en maakte water. Door een zware storm lukte het de kapitein niet om met de Afrique terug te keren naar het vasteland. Het schip verging in een zware storm voor de Franse kust en Johan kwam daarbij om.

Niet alle Mierlose missionarissen hadden zoveel moeite om in hun missiegebied te geraken en te werken. Pater Theo Liebreks {1923-2013), ook wel Pater Godhard van Mierlo genoemd, trad toe tot de orde van de Kapucijnen. Hij vertrok vrij snel na zijn priesterwijding in 1949 naar het eiland Sumatra in Indonesië. Dat was ook geen gemakkelijke missiepost. Indonesië was nog maar net onafhankelijk en de voormalige Nederlandse overheersers waren niet geliefd.

Priesterfeest van Theo Liebreks in 1949. De neomist wordt geflankeerd door zijn ouders.

Theo moest dus in zeer moeilijke omstandigheden opereren. Toch wist hij zich vrij snel heel geliefd te maken; hij werkte uiteindelijk 45 jaar in dit missiegebied.  Pater Liebreks levert een duidelijk voorbeeld van de werkzaamheden van een missionaris. Hij was niet alleen de pastoor die voorging in de missen en die betrokken was bij het onderwijs. Theo heeft veel projecten opgezet die het welzijn van de bevolking ten goede kwamen. Zo heeft hij een landbouwcollectief opgericht, een ziekenhuis gesticht en een soort van lokaal ziekenfonds georganiseerd. Het geld dat hij voor deze projecten nodig had, wist hij steeds te vergaren in Mierlo en wijde omgeving. Als Theo in Mierlo op vakantie was, was hij vaak niet in het dorp maar op weg in het land om fondsen te verwerven. Een mooi voorbeeld was te lezen in Rond de Toren van 1989:

 “Pater Liebreks vraagt onze hulp bij het opzetten van een varkensteeltproject door een 15-tal gezinnen waarvan de mannen werkloos havenarbeider zijn. De gronden zijn beschikbaar, maar de materialen voor de stalbouw niet. Mensen die er willen werken, zijn er voldoende, maar biggen nog niet, evenmin als er goed voer is. De bedoeling is dat na verloop van enige tijd het project zichzelf kan betalen en dat de deelnemende gezinnen er ook nog wat aan overhouden voor zichzelf. Bij toerbeurt zal er ’s nachts gewaakt worden om diefstal te voorkomen. Er is ook deskundige begeleiding beschikbaar. De stad Medan met ruim anderhalf miljoen inwoners biedt een ruim afzetgebied. Er is een begroting gemaakt, welke neerkomt op een bedrag van iets meer dan 10.000 Nederlandse guldens.

Pater Theo Liebreks op vakantie in Mierlo, hier in de Brugstraat bij de bloeiende kersenbomen van Willie Meulendijks.

Er werd een beroep gedaan op de gulheid van de Mierlose bevolking in het kader van de vastenactie. Missionarissen waren vaak zeer betrokken bij de lokale bevolking en schuwden het niet om soms ferme standpunten in te nemen. Pater Liebreks was hier zeker een voorbeeld van. In een brief in Rond de Toren in 1965 schreef hij:

Geachte lezers en lezeressen,
Het is vandaag 27 september. Had de communistische leerlingenorganisatie haar zin gekregen dan stonden we nu op het plein voor de regeringsgebouwen te luisteren (?) naar vuurspattende speechen. Maar  de vlieger ging niet op. De nationale en godsdienstige organisaties demonstreerden een keihard “neen”. Zij willen niet in tuig om als trekpaard te dienen voor de rode wagen. Gelukkig, dat er kleur bekend wordt. De fase  van angstig afwachten is voorbij . Iedere rode zet wordt met een felle tegenzet beantwoord. De weerstand wordt sterker en beter georganiseerd. De katholieke jeugdorganisatie blaast haar partijtje dapper mee. Naast actie, die noodzakelijk is, wordt ook de vorming niet vergeten. Deze maand zijn elke zaterdag een honderd jongeren bij elkaar geweest om zich te laten voorlichten over godsdienstige en morele kwesties. Grote belangstelling van een aandachtig gehoor. De toekomst van Indonesië ligt in handen van de jeugd, aldus de President. Onze jeugd mag er zijn. Wat dat betreft zien we de toekomst hoopvol tegemoet. Maar we leven nog in de wereld van nu. Helaas vliegen de prijzen nog steeds omhoog, Betaalde ik vorige maand nog Rp. 6500 voor 16 kg rijst (een standaardmaat) op het ogenblik moet ik er Rp. 15000 voor neertellen. En wat betekent 16 kg rijst voor een huishouden van 160 personen! Per dag hebben we minstens 5 x 16 kg rijst nodig. En met rijst alleen zijn we er niet. Groenten, vis, olie, noem maar op, alles is even duur. Wie zal dat betalen, zoete lieve Gerritje? Ik maak me wel eens zorgen. Een oplossing? Bijv. tweedehandse, maar nog behoorlijk goede kledingstukken. Nu de zomer toch voorbij is ….!

Hij maakt er meteen mooi gebruik van om de Mierlonaren om steun te vragen.  

Godhard van Mierlo (links voor) op weg naar de missie samen met paters en zusters uit verschillende ordes.

Natuurlijk was niet alleen Azië de bestemming van de Mierlose religieuzen. Diverse zusters gingen vanuit Mierlo ook naar Zuid-Afrika. Ze traden allemaal toe tot een orde met een indrukwekkende naam: de orde van de Dominicaanse zusters van Catharina van Siënna van King William’s Town. Deze orde werkte veel in het zuiden van het Afrikaanse continent. Bij deze orde waren de zussen Nella (1925-1973) en Anna (1927-1994) Sloots ingetreden onder de namen zuster Theodora en zuster Thecla.

Zuster Thecla (Ann Sloots) in 1948 geprofest in de orde van Sint Dominicus van Catharina van Siëna van King William’s Town.

Kort na het afleggen van hun kloostergeloften (de zogenaamde professie), eind jaren veertig, vertrokken de zusters naar de missiepost in Zuid-Afrika. Ze zijn daar gebleven tot hun overlijden en ze zijn daar ook begraven. Zuster Theodora heeft ruim 25 jaar in de missie gewerkt, zuster Thecla ruim 45 jaar,  slechts onderbroken door een enkele vakantie in Nederland.Deze zusters hadden in Mierlo de lagere (meisjes)school doorlopen en daarna alleen enkele jaren huishoudschool gehad. In hun zustertijd hebben beiden laten zien dat ze van aanpakken wisten.  Zo wist zuster Theodora zich nog zo te scholen dat ze als onderwijzeres kon worden ingezet. Via brieven die in Rond de Toren werden afgedrukt, hielden ze contact met het thuisfront.

Dierbare parochianen,
Nu kom ik van uit het verre Zuiden even ’n teken van leven laten zien. Het is wel ver weg en al 1½ jaar geleden, dat ik bij U in Mierlo was, maar ik ben jullie toch niet vergeten. Ik wil U namens mijn zus Zr Theodora en mezelf ’n Zalig Kerstmis toewensen. Vooral in die dagen gaan onze gedachten uit naar onze dierbare verwanten en vrienden. Wij zullen ook U allen bijzonder in de Kersttijd in ons gebed gedenken, met het vertrouwen dat de vrede van de Kerstdagen over het hele jaar 1967 zal uitstralen zodat dat jaar ’n Zalig 1967 mag worden,
Met hartelijke groeten van Zr.Theodora en Zr.Thecla Sloots. Welkom in Zuid-Afrika

Zuster Thecla (Ann) Sloots aan het werk op haar missiepost in Zuid Afrika.

In dezelfde orde was ook zuster Amata, op de Loeswijk geboren als Bertha Heesakkers (1924 – 1975), werkzaam. Zuster Amata vertrok in 1950 naar Zuid-Afrika waar ze assistente in de verpleging werd. Later specialiseerde ze zich in verloskunde en kwam in 1957 in een kraamkliniek in Springs (bij Johannesburg) te werken. Daar heeft ze veel moeders geholpen bij de geboorte van hun kind. Ook heeft ze, vanuit die kliniek, de opleiding verzorgd van lokale vroedvrouwen en kraamverzorgsters.

Dominicanesse Amata (Bertha Heesakkers) was een groot aantal jaren werkzaam als verloskundige in de omgeving van Johannesburg.

Pater Theo Sloots (1898 – 1982) diende ook in Afrika. Na zijn priesterwijding in 1926 vertrok hij naar de Afrikaanse Goudkust waar hij bijna 20 jaar missiewerk zou verrichten. Hij was daar onder andere betrokken bij de priesteropleidingen. Nadat hij naar Nederland was teruggekeerd heeft hij nog zo’n 20 jaar op verschillende standplaatsen in Nederland gewerkt. Toen hij, om gezondheidsredenen, rustend priester werd, ging hij nog een aantal keren naar New York om daar pastorale zorg te verlenen.

Pater Theo Sloots in mei 1963 als rector van Nieuw Herlaer bij de eerste steenlegging van de Christofoorkerk.

Mierlose missionarissen en zusters trof je niet alleen in Azië en Afrika aan, maar ook aan de  andere kant van de oceaan: Pater Leo Gottenbos (1945), pater in de orde van de Spiritijnen was werkzaam in Brazilië. Leo werd in de Heilige Luciakerk door bisschop Jan Bluyssen tot priester gewijd op 17 december 1978. Daarna vertrok hij naar zijn missiepost, waar hij bijna 40 jaar werkte. In 2015 kwam hij definitief terug naar Nederland. Hij werd door bisschop Gerard de Korte gevraagd om vicaris (kapelaan) te worden in een parochie in Heereveen. Hij heeft dat gedaan tot 1 januari 2021 toen de congregatie van de Spiritijnen de parochie heeft overgedragen. Leo Gottenbosch is de laatste missionaris uit Mierlo.  

Pater Leo Gottenbos in augustus 2015 op televisie vanuit zijn missiepost in Brazilië.

Als gesproken wordt over missionarissen en zusters in de missie, dan mag ook het Parochieel Missie Centrum (PMC) Mierlo niet worden vergeten. PMC werd gevormd door een groep Mierlonaren, die het hele jaar bezig waren geld en goederen bij elkaar te halen om de paters en zusters te steunen. Vastenacties als Memisa en Miva waren belangrijke evenementen en inkomstenbronnen, en dat gold ook voor  het jaarlijkse Driekoningen-zingen en de kledingacties.  Er werden vele kilo’s kleren naar overzeese gebieden verscheept. Ook haalde het PMC geld op bij bruiloften en jubilea. In Rond de Toren werd wekelijks melding gemaakt van wat er was opgehaald. Veel ouderen zullen zich nog herinneren dat ze zilverpapier en doppen van de (dag-)melkflessen spaarden. Die werden dan ingeleverd op school. De opbrengst daarvan was bestemd voor de missie. Jarenlang was het traditie dat kinderen op Driekoningen langs de deuren trokken en liedjes zongen, waarvoor ze geld kregen. Dat naar de missie ging.

Zuster Matthaei van Hoek versteld ontvangen kleren van PMC Mierlo zodat ze bruikbaar zijn voor de mensen op haar missiepost.

De Mierlose missionarissen en zusters waren daar heel blij mee, blijkt uit het volgende:

Beste Mierlonaren,
Ondertussen ben ik al weer druk bezig, met mijn missiewerk in het warme Afrika. Op het ogenblik is het hier snikheet. De reden van deze groet is om U allen heel hartelijk te  bedanken voor de bijdrage van al de kleren, die ik deze week vanuit Mierlo heb mogen ontvangen. Jammer dat U ons niet bezig kon zien met het uitpakken. Velen zijn er mee blij gemaakt en gekleed. God Bemint de blijde gever. Dikwijls  denk ik terug aan de blijde tijd die ik in Mierlo heb doorgebracht. Namens mijn Overste en medezusters wil ik U allen nogmaals heel hartelijk bedanken. In ons gebed zullen wij Mierlo niet vergeten. Ook wij vragen om gebed voor onze Missie,  

Met vriendelijke en dankbare groeten verblijf ik als Uw dorpsgenoot ,

 Sr. Matthaëi van Hoek o,p.

Zuster Matthaëi (Maria) van Hoek (1924-2015) was ingetreden in de orde van St. Dominicus waar de eerdergenoemde zusters in Zuid-Afrika ook deel van uitmaakten. Zij heeft van 1951 tot 1993 in Zuid-Afrika gewerkt en is er daarna in het klooster blijven wonen tot haar overlijden.  

Zuster Matthaëi werkte als Dominicanesse in Zuid Afrika.

Verder lezen / bronnen

Algemeen:
150 jaar kerk  Parochie H.Lucia Mierlo, Theo de Groof
100 jaar St.Lucia Mierlo-Hout 1884-1984
Mierlo, van oorspong tot heden, Jean Coenen
diverse Rond de Toren’s Mierlo

Pater van Vlerken, website HKM

Johannes Cornelius van Dooren, Myerlese Koerier 2-2020

Frits Bollen: Bidprentje

Theo Liebreks:
Theo Sloots

Zusters Dominicanessen van Catharina van Siënna van King William’s Town

Amata Heesakkers